Juridisch kader
Veiligheids- en leefbaarheidsproblemen kunnen de openbare orde verstoren. Om de openbare orde te handhaven is in sommige gevallen meer nodig dan alleen fysiek toezicht van politie en boa’s. De burgemeester kan dan beslissen om cameratoezicht in te zetten. Dit is maatwerk. Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste wetsartikelen.
Wettelijke grondslagen
Afwegingskader gemeentelijk cameratoezicht
Voordat cameratoezicht daadwerkelijk kan worden ingezet voor de aanpak van veiligheids-en leefbaarheidsproblemen moet de juridische afweging worden gemaakt of het cameratoezicht proportioneel en subsidiair is. Het inzetten van cameratoezicht is echter een afweging die breder is dan alleen het juridisch kader. Het gaat ook om de veiligheidsbeleving van inwoners, bezoekers en ondernemers, dit is een morele afweging. Voor ieder cameraproject wordt een veiligheidsanalyse opgesteld en worden doelen geformuleerd. Dit wordt gedaan zodat de burgemeester en de officier van justitie een goede afweging kunnen maken op juridische en morele gronden. Hieronder is het proces uitgelegd.
1. Er doet zich een veiligheids- of leefbaarheidsprobleem voor. Inwoners, ondernemers en bezoekers kunnen dit melden bij politie of gemeente.
2. De gemeente kijkt samen met partners naar de oplossing van het probleem. Om het probleem op te lossen kunnen verschillende maatregelen worden getroffen. Cameratoezicht kan één van die maatregelen zijn. Er wordt een advies voorbereid voor de burgemeester. In dit advies wordt afgewogen:
- Noodzakelijkheid: de inzet van het cameratoezicht voldoet aan de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit;
- Morele afweging: cameratoezicht is een afweging die breder is dan alleen het juridisch kader. Het gaat ook om het subjectief belevingsgevoel van veiligheid. Inwoners, ondernemers en bezoekers moeten zich veilig voelen in de gemeente. Het instellen van cameratoezicht mag niet leiden tot een onveilig gevoel.
- Privacy: de privacy van omwonenden wordt afgewogen aan het algemene belang om de verstoring van de openbare orde te herstellen. Als het algemene belang zwaarder weegt dan de privacy kan cameratoezicht worden ingezet.
3. De burgemeester stemt het advies over de inzet van cameratoezicht af met de officier van justitie. De burgemeester neemt vervolgens een besluit op grond van artikel 151c Gemeentewet.
4. Dit besluit wordt vastgelegd in een aanwijzingsbesluit, hierin staan de plaats en de duur van het cameratoezicht vermeld. Het aanwijzingsbesluit wordt vervolgens bekend gemaakt en gepubliceerd.
5. Na publicatie worden de camera’s geplaatst. De camerabeelden worden door politie en boa's uitgekeken. Dit doen ze op basis van de Politiewet en de Wet politiegegevens.
Privacy
De camerabeelden vallen onder de Wet politiegegevens, de politie is daarmee de verwerkingsverantwoordelijke. Omdat de camera’s een hoog risico opleveren voor de privacy, moet de politie maatregelen nemen om de privacy te beschermen. De risico’s en de maatregelen staan in een gegevensbeschermingseffectbeoordeling (GEB).